- aanvallen
- {{aanvallen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉1 [een aanval doen op] attack ⇒ assail, assault♦voorbeelden:1 voortdurend aanvallen • always be on the attackde vijand in de rug/flank aanvallen • attack/take the enemy from the rear/in the flankII 〈overgankelijk werkwoord〉 〈figuurlijk〉1 [met woorden bestrijden] attack ⇒ challenge♦voorbeelden:1 een testament aanvallen • contest a willeen politicus over zijn uitspraken aanvallen • attack a politician about his statementsIII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [afstormen op] attack ⇒ charge, fall/set upon♦voorbeelden:1 de vijand viel op de stad aan • the enemy attacked the town(op het eten) aanvallen • attack (the food)
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.